… Het blijft een (interessant) terugkerend onderwerp. Met name daar waar sprake is van gewijzigd (bank)beleid en de daling van de waarde van de zekerheden. Rechtbank Amsterdam, 1 juli 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:4073 overwoog afsluitend:
“De rechtbank overweegt het volgende. Zoals hiervoor onder 4.4 is aangegeven stond zowel in de geldleenovereenkomsten als in de Algemene Voorwaarden vermeld dat Rabobank het recht heeft om tussentijds aflossingen te verlangen. Pax Intrantibus is aan te merken als een professionele partij, van wie – meer nog dan van een consument – mag worden verwacht dat zij alvorens het aanbod van Rabobank te aanvaarden kennisneemt van de inhoud van de geldleenovereenkomsten en de Algemene Voorwaarden en hierover vragen stelt indien de bepalingen haar onduidelijk zijn. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien hoe en waarover Rabobank Pax Intrantibus nog nader had moeten informeren. Uit de inhoud van de opzeggingsbrief blijkt ook duidelijk dat het door Pax Intrantibus genoemde gewijzigde bankbeleid, wat daar verder ook van zij, voor Rabobank niet de (enige) reden is geweest om tussentijdse aflossingen te eisen. Het beroep op dwaling faalt derhalve.”.
Rotterdam, 16 juli 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:5197 (kort geding): “Bovendien heeft [gedaagde] niet onderbouwd waarom zij tot haar beleidswijziging is gekomen, waarom deze ook op [eiser] van toepassing is en waarom deze geen uitzondering voor bestaande gevallen toeliet. Dat zij tot de beleidswijziging verplicht was is niet aannemelijk. Dat haar beleid niet langer is gericht op financiering van commercieel vastgoed is naar voorshands oordeel in dit geval irrelevant. [eiser] heeft met de geleende gelden slechts de woning gefinancierd, niet de twee andere appartementen. Deze zijn slechts een vorm van additionele zekerheid. Niet in te zien valt thans dat het gewijzigde beleid zonder meer tot maatregelen jegens [eiser] noopte. Voorts, zo dit wel het geval mocht zijn, is niet aannemelijk dat er geen andere, voor [eiser] minder belastende mogelijkheden bestaan dan de zeer ingrijpende manier waarop [gedaagde] dat thans wil doen.”.
Het verdient aanbeveling om het opzeggen van de financieringsrelatie met meerdere redenen te omkleden. Het enkele argument gewijzigd beleid lijkt onvoldoende te zijn.