De afgelopen periode zijn verschillende vragen gesteld over de situatie dat een rechtspersoon waar een overeenkomst mee was gesloten ‘opeens’ is ontbonden. Weg contractspartij? In beginsel dient deze vraag bevestigend te worden beantwoord. Immers, na de ontbinding houdt de rechtspersoon op te bestaan. Zij kan niet meer deelnemen aan het rechtsverkeer. Deze situaties doen zich onder andere voor bij de zogenaamde turboliquidatie en ontbinding indien de vennootschap al enige tijd geen activiteiten heeft ondernomen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken ruimt alsdan het handelsregister op. Veelal is een voorbode voor deze stap indien de vennootschap is ingeschreven op het adres van de KvK-vestiging en jaarverslagen niet tijdig zijn gedeponeerd. 

De wet biedt de mogelijk indien sprake is van een achter gebleven bate om een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank. U verzoekt de rechtbank de vereffening te heropenen ten gunste van u als schuldeiser. Bij toewijzing van het verzoek benoemt de rechtbank een vereffenaar. De vereffenaar gaat de bate te gelde maken. 

Ook is het mogelijk het faillissement van de ontbonden vennootschap aan te vragen. Dit blijkt uit het arrest van Gerechtshof ’s-Gravenhage van 2 juli 2015, ECLI:NL:GHDA:2015:1846. Het Hof overwoog onder andere: “Vast staat dat sprake is van een toestand van te hebben opgehouden te betalen. Ook staat vast dat is voldaan aan de pluraliteitseis. Zoals ook partijen tot uitgangspunt nemen kan een ontbonden besloten vennootschap, die bij gebrek aan baten dadelijk heeft opgehouden te bestaan, ingevolge het arrest van de Hoge Raad in de zaak Adjuncten Properties/Söderqvist in staat van faillissement worden verklaard zonder dat eerst heropening van de vereffening op de voet van het bepaalde in artikel 2:23c BW plaatsvindt. In dat geval moet de rechtspersoon geacht worden ter afwikkeling van het faillissement te zijn blijven bestaan. Ingevolge artikel 2:19 lid 5 BW blijft de rechtspersoon na ontbinding voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van zijn vermogen noodzakelijk is.”. 

Een andere route  zou kunnen zijn handelen op basis van zaakwaarneming of vervangende toestemming. Aan deze route kleven echter risico’s. 

Denk er dus als bestuurder tevens aan niet te snel over te gaan tot (afwikkeling van) een turboliquidatie. De kans dat u nadien als bestuurder, al dan niet via het faillissement, als bestuurder wordt aangesproken is aanwezig. 

In het kader van ‘rommelen’ met vennootschappen: in sommige gevallen is het mogelijk om de vennootschapstructuur te doorbreken. Recente voorbeelden waar dit (al dan niet succesvol) aan de orde kwam zijn Rechtbank Noord-Nederland, 19 mei 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:2414 en Rechtbank Noord-Holland, 10 juni 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:5172.